Programma 1 LEVEN
Onze ambitie voor programma Leven
Wij geloven in het uitgangspunt dat voorkomen beter is dan genezen, dus zetten wij vol in op preventie. Wij werken aan een inclusieve Venrayse samenleving waarin iedereen naar vermogen mee kan doen. Wij doen een beroep op onze inwoners, hun omgeving én onze partners zoals (zorg)aanbieders om eigen verantwoordelijkheden te nemen en de eigen krachten in te zetten. Belemmeringen die het meedoen in de weg staan nemen wij zoveel mogelijk weg. Wij bieden ondersteuning aan onze inwoners die dat echt nodig hebben.
Algemeen
Een duurzame en gezonde Venrayse samenleving betekent voor ons dat iedereen, inwoners en partners, naar vermogen meedoet en participeert. De kracht van de Venrayse samenleving geldt hierbij als uitgangspunt. Steeds hebben we daarbij een inclusieve samenleving voor ogen. Iedereen moet mee kunnen doen. Deze transformatiegedachte is verwoord in de kadernota Sociaal Domein: de volgende stap.
In de kadernota zijn per bouwsteen een aantal basisindicatoren benoemd. In de uitwerking per bouwsteen is door middel van pictogrammen bij de verschillende basisindicatoren aangegeven welke trend wij verwachten. Gedetailleerde verantwoording over de indicatoren vindt plaats via de rapportage sociaal domein. De rapportage sociaal domein verschijnt ieder half jaar.
In 2021 is de Kadernota Sociaal Domein verder uitgewerkt in een Uitvoeringsprogramma. Dit uitvoeringsprogramma geeft concrete invulling aan de beweging die wordt beschreven in de Kadernota Sociaal Domein. Hiermee worden de randvoorwaarden geschapen en wordt de organisatie zodanig ondersteund in haar doorontwikkeling, dat de doelstellingen en effecten uit de Kadernota gerealiseerd worden.
Wij werken onze agenda Leven voor de komende vier jaar verder uit langs de inhoudelijke bouwstenen Omgeving, Vangnet en Control. De bouwstenen Gedrag & Houding en Communicatie ondersteunen de inhoudelijk koers die we willen varen.
Trends, ontwikkelingen en uitgangspunten
Crises
Na 2020 staan we voortdurend in de crisisstand. Na de coronacrisis, waarvan de na-ijleffecten voor een deel nog zichtbaar moeten worden, zijn we nu geconfronteerd met nieuwe crises zoals de wooncrisis, de asielcrisis en de energiecrisis. Allen hebben effect op het sociaal domein. Dit uit zich op verschillende wijzen zoals een tekort aan geschikte woningen, een tekort aan arbeidskrachten, een minder besteedbaar inkomen en stijgende prijzen als gevolg van inflatie. Dit vraagt niet alleen iets van onze inwoners en partners maar ook van de wendbaarheid van onze organisatie.
Beschermd wonen
Na een vertraging van enkele jaren start per 1 januari 2024 de doordecentralisatie van de financiële middelen voor beschermd wonen (van centrumgemeenten naar alle gemeenten). Dit betekent dat alle gemeenten ook financieel verantwoordelijk worden voor deze taak. Met de regio Noord- en Midden Limburg werken we, vooruitlopend op deze financiële doordecentralisatie, al samen sinds 1-1-2022.
Hulp bij het huishouden
De uitgaven Wmo zijn de laatste jaren fors gestegen mede als gevolg van de invoering van het abonnementstarief. Het nieuwe kabinet heeft besloten om voor hulp bij het huishouden het abonnementstarief met ingang van 1 januari 2025 af te schaffen. Omdat zowel de randvoorwaarden als de berekeningssystematiek van de hoogte eigen bijdrage nog niet bekend zijn, kan er nog geen inschatting worden gedaan van de gevolgen voor onze lokale begroting.
Extra middelen Jeugdzorg
Door het rijk zijn ook voor 2023 extra middelen jeugdzorg beschikbaar gesteld. In de meerjarenraming 2023 is eerder rekening gehouden met 75% extra inkomsten zoals eerder door het kabinet is toegezegd. De extra middelen vallen daardoor hoger uit en een gedeelte van deze extra middelen zijn nu ten gunste van de algemene middelen gebracht.
Daarnaast is tussen het rijk, IPO en VNG is afgesproken dat gemeenten in hun begroting voor de jaarschijven 2024 t/m 2026 rekening mogen houden met de volledige bijdragen uit de Hervormingsagenda Jeugd. In de (meerjaren)begroting 2022 - 2025 was dat nog 75%. Omdat de besluitvorming over de invulling van de Hervormingsagenda voor het Jeugdstelsel nog niet is afgerond mogen gemeenten in hun meerjarenbegroting alvast rekening houden met de extra structurele middelen (25%). Dit levert voor nu in de meerjarenbegroting een voordeel op vanaf 2024. Het echter onzeker dat dit voordeel uiteindelijk ook gerealiseerd gaat worden. De uiteindelijke extra middelen die nodig zijn voor de invoering van de maatregelen van de Hervormingsagenda en de besparingen die dit gaat opleveren zijn op dit moment dus nog niet bekend.
Als laatste is in het regeerakkoord een bezuiniging opgenomen van € 100 miljoen in 2024 oplopend tot € 500 miljoen in 2025 en verder op de jeugdzorg. Het realiseren van deze bezuinigingen is een verantwoordelijkheid van het rijk. Hoe hier precies invulling aan wordt gegeven is nu nog onduidelijk. Gelet op het voorgaande hebben we deze bezuiniging budgetneutraal verwerkt.
Sturing en inkoop
Per 1 januari 2022 zijn de nieuwe contracten voor maatwerkvoorzieningen Jeugd, Wmo en Participatie in werking getreden. De impact van de nieuwe sturing en inkoop zal pas blijken in het eerste of tweede kwartaal 2023 omdat er nu nog sprake is van een overgangssituatie. Dit heeft tot gevolg dat de budgetten voor maatwerkvoorzieningen die nu geraamd worden voor 2023 een bepaalde mate van onzekerheid kennen. We monitoren de ontwikkelingen nauwlettend.
Nieuwe toegang
In 2023 ontwikkelen we één toegang voor het sociaal domein, samen met partners, in de directe omgeving van onze inwoners. De financiële gevolgen van de inrichting van de nieuwe toegang wordt middels een impactanalyse en een implementatieplan medio 2023 in beeld gebracht.
Een aantal van de bovenstaande ontwikkelingen hebben dus nog geen directe financiële doorvertaling gekregen in deze begroting.
NLW
In december 2020 heeft de gemeenteraad van Venray ingestemd met de strategische koers NLW 2021-2030. De koers gaat uit van een afname van de gemeentelijke bijdrage in het tekort Wsw. Conform besluit zijn de financiële gevolgen van de koers meerjarig verwerkt in onze begroting. Inmiddels is duidelijk dat de in de koers opgenomen bedragen niet meer actueel en reëel zijn gelet op verschillende ontwikkelingen. De jaarrekening van de NLW laat de laatste jaren een negatief resultaat zien naast de gemeentelijke bijdrage die al is toegezegd. Wij verwachten dan ook dat zowel voor het jaar 2022 als voor het jaar 2023 een aanvullende financiële bijdrage van gemeenten gevraagd wordt. De daadwerkelijke omvang is nog niet duidelijk en naar verwachting zal de begroting 2023 in december 2022 worden vastgesteld. Bij de eerste BERAP 2023 zullen we dan de meest actuele cijfers verwerken. In de tussentijd wordt gewerkt aan een nieuwe businesscase om een reëler toekomstbeeld te kunnen schetsen.