Paragrafen

Paragraaf B. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

3. Risico's

De risico’s uit de jaarrekening 2021 zijn het uitgangspunt van de rapportage. Nieuwe (strategische) risico’s zijn toegevoegd, relevante wijzigingen in bestaande risico’s worden toegelicht. In de risicomatrix zijn de risico’s geplaatst in het perspectief van kans en gevolg. In de risicotoelichting wordt het risico nader omschreven en de (voortgang van) beheersmaatregelen beschreven.
Vanaf het voorjaar 2022 constateren we hogere inflatiekosten: de stijging in juni 2022 was 8,6%. Dit is fors hoger dan in de meicirculaire was meegenomen: daarin werd een stijging van 5,2% opgenomen. Voor de kostenstijgingen nemen we in de begroting 2023 het percentage van 5,2% mee. Daarnaast hanteren we voor de energiekosten een hogere kostenstijging. Vooralsnog gaan we uit van een compensatie voor de inflatiekosten door het rijk. Het risico dat dit voor Venray onvoldoende compensatie biedt, nemen we mee in deze risicoparagraaf.

In juni 2022 werd de laatste impact-analyse COVID-19 door de raad vastgesteld: hierin is ook een evaluatie opgenomen. De verwachting is dat COVID-19 geen substantieel (financieel) risico meer voor de gemeente met zich meebrengt. We blijven de ontwikkelingen volgen en monitoren.

Risicomatrix

Risicotoelichting

In navolgend overzicht:
-Kolomnr. verwijst naar het nummer in de risicomatrix.
-Kolom potentiële risicogebeurtenis: de gebeurtenis voorafgegaan door het nummer van het deelprogramma waarop deze betrekking heeft. Enkele risico's hebben betrekking op meerdere deelprogramma's, die zijn algemeen genoemd.
-Kolom (status) beheermaatregelen: per risico zijn beheermaatregelen beschreven. De voortgang/status is 'cursief' gedrukt.

Nr.

Potentiële risicogebeurtenis

Beheersmaatregelen
(tekst in cursief geeft de actuele status aan)

1

Breed Sociaal Domein

Er is een uitvoeringsprogramma sociaal domein vastgesteld met diverse deelopdrachten die gekoppeld zijn aan de bouwstenen uit de Kadernota SD (zie hieronder)

Bouwsteen Omgeving

De omgeving wordt onvoldoende versterkt waardoor de beweging van “vangnet” naar “omgeving” niet of onvoldoende gemaakt wordt.

Indexering volgt niet de markt

Inzet van gebiedsgericht werken (aansluiting zoeken bij de specifieke behoefte van een wijk of dorp).

Inzet van ondersteunende maatregelen zoals subsidies, accommodaties, etc.

  • Gebiedsgericht werken is ingezet.
  • Subsidiebeleid en accommodatiebeleid is geactualiseerd. Aanpassing bestaande beleidsregels loopt.
  • Het versterken van de omgeving vormt een deelopdracht van het uitvoeringsprogramma SD. Overzicht van de aanwezige verenigingen, initiatieven en activiteiten is per dorp/wijk gemaakt. Gesprekken met inwoners, initiatiefnemers en organisaties om de omgeving (verder) te versterken worden per dorp/wijk gevoerd.
  • Er zijn specifieke maatregelen geformuleerd om de omgeving te versterken: JSP, BSO+, SOJ, jeugdhulp en opvoedondersteuning, overzicht van voorliggende voorzieningen WMO en Jeugd.
  • Actieplan eenzaamheid wordt uitgevoerd.
  • Er wordt een subsidieregeling opgesteld om initiatieven die bijdragen aan de versterking van de omgeving financieel te ondersteunen.
  • De inzet van ervaringsdeskundigheid is voor langere termijn geborgd door afspraken over de inzet en de financiering.
  • De overschotten binnen de vangnetvoor-zieningen daadwerkelijk inzetten voor het op peil houden van de sociale basis.
  • Indexering begroting 2023: in 2023 wordt een prijsindex van 2,3% en een loonindex van 3,3% toegepast, dit is niet in overeenstemming met de gemiddelde inflatie en cao-verhogingen van onze partners in de sociale basis waardoor het aantal fte van de partners beschikbaar voor de sociale basis en daarmee onze inwoners zal afnemen.

Bouwsteen Vangnet

De afschaling van voorzieningen komt onvoldoende tot stand.

Openeinderegelingen: Toename van het aantal maatwerkvoorzieningen als gevolg van veranderende omstandigheden (economische, demografische, wetgeving, rijksbeleid)

Sturing en inkoop

Versterken van de omgeving.

Anders organiseren van de toegang.

Herijken van onze inkoopmethodiek.

Duurzaam partnerschap met aanbieders en gesubsidieerde instellingen.

Afspraken maken met andere verwijzers.

  • Voor wat betreft de toegang is een visie en zijn leidende principes opgesteld en geaccordeerd door het college. De verschillende scenario’s zijn verkend en het college heeft een keuze gemaakt voor een scenario. Dit scenario wordt in de loop van 2022 verder uitgewerkt in een impactanalyse. Het streven is om in 2023 de toegang in te richten zodat meer de focus komt te liggen op voorliggende voorzieningen.
  • In 2021 is definitief besloten om de samenwerking met Venlo op het terrein van werk en inkomen te beëindigen. In 2022 zijn alle terugkerende werkzaamheden binnen de organisatie van Venray geborgd. Afstemming over toekomstige inrichting vindt plaats met het traject toegang. In 2022 is ook gestart met een doorontwikkeling van het werkplein op verschillende onderdelen.
  • Sturing en inkoop: Nieuwe inkoopmethodiek afgerond en gestart per 1 januari 2022. Nieuwe inkoop gaat o.a. uit van langdurige contracten. Implementatie van uniforme werkwijze is in de organisatie geïmplementeerd.
  • Impact van de nieuwe sturing en inkoop zal pas blijken in het eerste of tweede kwartaal 2023 omdat er nu nog sprake is van een overgangssituatie. Dit heeft tot gevolg dat de budgetten voor maatwerkvoorzieningen die nu geraamd worden voor 2023 een bepaalde mate van onzekerheid kennen. We monitoren de ontwikkelingen.

Bouwsteen Gedrag en Houding
De gewenste gedragsverandering bij medewerkers komt onvoldoende tot stand.

De gemeentelijke visie wordt niet onderschreven door de aanbieders.

Opstellen ontwikkelplan voor medewerkers gericht op het gesprek met de inwoner, de integraliteit en het aansluiten bij de omgeving.

Meerjarige afspraken maken met aanbieders waarbij zij het vertrouwen krijgen om te investeren in innovatie.

  • Houding en gedrag vormt een deelopdracht van het uitvoeringsprogramma SD. Opdrachtformulering is opgesteld en implementatie in 2021 e.v.
  • Meerjarige afspraken: zie ook project sturing en inkoop.

Bouwsteen Communicatie

De boodschap komt onvoldoende over.

Opstellen communicatiestrategie en instrumenten.

  • Communicatie vormt een deelopdracht van het uitvoeringsprogramma SD. Centraal staat daar het meer in gesprek zijn met inwoners. Opdrachtformulering deelopdracht communicatie opgesteld. Verbreding van instrumenten is een continu proces.

Bouwsteen Financiën

De gerealiseerde uitgaven van het Sociaal Domein Breed overstijgen de begroting.

Monitoren uitgaven SD-breed  versus begroting, waarbij de indeling  “vangnet” en “omgeving” wordt gehanteerd.

Oplevering van de halfjaarrapportage Sociaal Domein.

  • Monitoring uitgaven en ontwikkeling
  • Voorzieningen vindt maandelijks plaats.
  • Halfjaarlijks wordt aan de raad gerapporteerd over de ontwikkelingen binnen het sociaal domein.
  • Doorontwikkeling van dashboards is geborgd in de organisatie. Inzet wordt gepleegd op competenties medewerkers.
  • Raadsmonitor sociaal domein sluit aan op de P&C-cyclus.

2

Grondbedrijf

Afzet gronden blijft achter ten opzichte van de bij planning.

  • Stimuleringsmaatregelen verkoop kavels (promotie via website en woontafel)
  • Geen betaling waarborgsom is mogelijk

3

Privacy en Informatiebeveiliging
- Vertrouwelijke/gevoelige informatie is beschikbaar bij niet-geautoriseerden (binnen en buiten de organisatie)

- Onverantwoordelijk gebruik en uitwisseling van persoonsgegevens en privacygevoelige informatie binnen de organisatie en naar partners.

- De kans dat informatiebeveiligings-incidenten de bedrijfsvoering raken neemt toe.
- Bij een verstoring is de bedrijfscontinuïteit onvoldoende geborgd.
- Niet voldoen aan de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) en de WPG (Wet Politiegegevens).

Maximale samenwerking door de functies van FG (Functionaris gegevensbescherming), PO (Privacy Officer) en CISO (Chief Information Security Officer);

De onafhankelijke rol van privacy en informatiebeveiliging zorgt voor een objectieve advisering van maatregelen;

Jaarlijkse verantwoording over informatieveiligheid, implementatie BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid) en privacy via ENSIA (Eenduidige Normatiek Single Information Audit);
Privacy en Informatiebeveiliging (P&IB) maken standaard onderdeel uit van projecttoetsing. Door maatregelen te nemen worden risico’s geminimaliseerd;
Met het uitvoeren van DPIA's (Data Protection Impact Assessments) brengen we risico’s in beeld en maken we bewuste keuzes welke risico’s we accepteren/mitigeren;
De verantwoordelijkheid voor P&IB bij de proceseigenaren borgen;
Uitvoeren Privacy en Security awareness trainingen;
Het inrichten van een bedrijfscontinuïteits-beheer zorgt dat we beter zijn voorbereid op verstoringen;
Jaarlijks uitvoeren pentest/ethische hack.

4

Alg. Garantstelling

Gemeente wordt aangesproken op inlossen van een garantstelling.

Het garantieplafond voor 2023 is € 654.000.

Meest risicovolle garantstelling:
Glasweb:

  • Er wordt niet voldaan aan regels voor staatssteun en financieringsconstructies.
  • Exploitatie valt tegen (minder uptake, meer kosten).
  • Fase 2.

Garantstellingsbeleid actualiseren.

Vooralsnog geen prioriteit

- risico's explicieter opnemen in besluitvorming toelichten waarom risico's al dan niet worden meegewogen.

Bewustwording vergroot: in 2021 werden vakafdelingen (garantiehouders) geïnformeerd en werd belang van garantstellingen toegelicht.
- periodieke rapportage over ontwikkeling risicovolste garantstellingen. Informatieverstrekking vindt per dossier plaats.

Glasweb:

  • Aanvullende informatie inwinnen:

Deze informatie geeft geen aanleiding om aanvullende maatregelen te nemen.

  • Voor de garantstelling van het ‘witte gebied’ is melding gedaan bij de Europese Commissie. De melding heeft niet geleid tot nader onderzoek.
  • Periodieke rapportage

4 maandelijkse voortgangsrapportage (majeure projecten).


Inmiddels is een samenwerking met KPN ontstaan en wordt fase 2 (wijken Venray) voor rekening en verantwoordelijkheid door KPN aangelegd. Daarmee is een garantstellingverzoek door Glasweb Venray voor de aanleg van fase 2 niet langer meer aan de orde.

5

Alg. Samenwerken/Verbonden Partijen

Resultaten van samenwerkingspartners wijken af van lokale doelstellingen.

Meest risicovolle Verbonden Partijen in financieel perspectief:

Veiligheidsregio:

onverwachte gebeurtenissen leiden tot extra budgetaanvraag

Noord Limburg West (NLW):

(Bedrijfsvoerings)kosten worden onvoldoende in lijn gebracht met de (korting op de) rijkssubsidie.
Begrote opbrengsten worden onvoldoende gerealiseerd (dalende Wsw-inkomsten en afnemende tewerkstelling van medewerkers)

Beleid op samenwerking en verbonden partijen opstellen (incl. timing en niveau van informatievoorziening)

  • Nota vizier op samenwerking vastgesteld.

Evaluatienota (incl. verbetermaatregelen) opgesteld. Verbetermaatregelen deels doorgevoerd.

In 2021 werd door de rekenkamer een onderzoek ingesteld naar intergemeentelijke samenwerkings-verbanden. Conclusies en aanbevelingen zijn onderschreven: continu kritisch zijn op de vraag of de aangegane samenwerkingsverbanden nog altijd doen wat we beogen. Algemene beleidskader (de Nota vizier op samenwerking) is daarbij een leidraad.

- Per bestaande VP doelen en risico's inventariseren en maatregelen treffen.
- Bij het deelnemen in nieuwe VP-eisen stellen aan informatievoorziening.
- Onder de noemer "grip op samenwerking" vindt uniforme sturing plaats op de vijf grote gemeenschappelijke regelingen.

Veiligheidsregio:
Regionale overleggen financieel adviseurs en adviseurs openbare orde en veiligheid per 2 maanden.
Oppakken adviezen rekenkameronderzoek
Raad geïnformeerd over financiële ontwikkelingen n.a.v. P&C-producten Veiligheidsregio.
Invullen van afspraken uit RIB “Grip op samenwerken”. Venray is adoptiegemeente.

Ambtenaren betrokken in voortraject beleidsontwikkeling en opstellen P&C-producten.

NLW:

In december 2020 is door de raad een nieuwe koers vastgesteld. Deze koers is voor de periode 2021-2030 en bestaat uit een drietal sporen. Uitvoering WSW, Participatiewet dienstverlening aan gemeenten en dienstverlening aan derden. De koers wordt jaarlijks gemonitord.

6

Alg. Bestuurders: pensioen/wachtgeld/ nabestaande pensioen en arbeids-ongeschiktheid
Door dalende marktrente en actualisatie sterftetabel (nu 2005-2010) moeten extra stortingen in de pensioenvoorziening worden gedaan om deze op niveau te houden.

Bestuurders stappen voortijdig op en maken aanspraak op wachtgeld

Bestuurders komen te overlijden of raken arbeidsongeschikt

Onderbrengen bij pensioenfonds
In het verleden werd aangekondigd dat de pensioenen voor bestuurders gefaseerd overgedragen zouden worden aan een landelijk fonds. Hierover is echter nog steeds geen concrete info beschikbaar. Gezien de lastige materie is het niet de verwachting dat dit op korte termijn zal plaatsvinden.

Aanbieden outplacementtraject om wachtgeldperiode te bekorten.

Risico’s verzekeren

Het overlijdensrisico voor bestuurders is met ingang van 2021 verzekerd.

7

Alg. Rijksinkomsten: algemene uitkering
De afhankelijkheid van de rijksbijdrage is per definitie een risicofactor. Het nieuwe verdeelmodel dat per 1.1.2023 ingaat, zal in 2025 geëvalueerd worden.

Daarnaast zal in 2026 een nieuwe financieringssystematiek in werking treden, waarbij gemeenten mogelijkheden hebben om hun eigen belastinggebied te verruimen.

Vanaf 2024 is nog onduidelijk of de extra middelen voor jeugdzorg gecontinueerd worden.

Compensatie lagere inkomsten bouwleges door de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging.

Actuele ontwikkelingen in het Gemeentefonds bijhouden.
Op basis van de voorlopige cijfers zijn de financiële effecten van het nieuwe verdeelmodel niet negatief. Wel is er nog onduidelijkheid over de exacte bedragen omdat er nog aanvullend onderzoek moet plaatsvinden voor een aantal onderwerpen. Daarvan worden de resultaten pas in het voorjaar 2023 bekend.

In de nieuwe financieringssystematiek per 2026 worden wel loon- en prijsstijgingen meegenomen, maar blijft onduidelijkheid over de compensatie van volume-ontwikkelingen. Daarnaast kan de nieuwe systematiek nog nadelig voor Venray uitvallen.
Het is nog afwachten welke besluiten het kabinet gaat nemen t.a.v. de middelen voor jeugdzorg vanaf 2024. Momenteel wordt gewerkt aan een Hervormingsagenda jeugdzorg en de aanvullende middelen voor 2024-2026: afgesproken is dat gemeenten deze aanvullende middelen in hun meerjarenbegroting mogen opnemen. Deze geven echter geen budgettaire garantie.
Met de inwerkingtreding van de beide wetten (waarschijnlijk per 1.1.2023) komt de mogelijkheid voor het heffen van bouwleges voor een aantal bouwaanvragen te vervallen. Het is nog onduidelijk welke financiële gevolgen dit voor Venray heeft en in welke mate de gederfde inkomsten door het rijk gecompenseerd gaan worden.

8

Gevolgen inflatie

Het inflatiepercentage zal hoger uitvallen dan in de mei-circulaire 2022 geraamd. Hoewel de verwachting is dat de hogere inflatiekosten door het rijk worden gecompenseerd, bestaat het risico dat dit onvoldoende zal zijn voor de hogere kosten van Venray.

Conform de meicirculaire 2022 gaan we voor onze uitgaven uit van een stijging van 5,2% in 2022. Voor enkele specifieke uitgaven, zoals bv energiekosten, wordt uitgegaan van reële (hogere) percentages. Deze kostenstijging werkt evenwel meerjarig door in de uitgavenbudgetten. Hoewel de verwachting is dat de hogere inflatiekosten in de komende jaren grotendeels gecompenseerd zullen worden via de uitkering uit het gemeentefonds, bestaat het risico dat deze compensatie onvoldoende is.

9

Alg. Impact COVID-19

De uitbraak van COVID-19 heeft vanaf maart 2020 tot hogere kosten op de diverse beleidsterreinen geleid. De effecten voor 2022 e.v. jaren beperken zich, zoals we nu kunnen overzien tot het sociaal domein.

Bijhouden en monitoren gevolgen en effecten van COVID-19
Vanaf 2020 werden regelmatig impactanalyses opgesteld, werd uitvoering gegeven aan de compensatiemaatregelen van het rijk en werden aanvullende middelen beschikbaar gesteld voor het economische en maatschappelijke veld om de gevolgen voor de Venrayse samenleving te beperken.

In juni 2022 werd de laatste impactanalyse met een evaluatie vastgesteld door de raad. Voor de toekomst zullen de ontwikkelingen gevolgd worden en zal er, indien nodig, afgewogen worden of nog ondersteuning op specifieke beleidsterreinen nodig is.

Majeure projecten

Naar hun aard hebben majeure projecten in beginsel grote risico’s in zich. Voor deze projecten zijn beheersmaatregelen getroffen, waardoor de risico’s (voor zover hierboven niet expliciet opgenomen) afdoende zijn afgedekt.

Risico-ontwikkeling

In het risicobeleid is aangegeven dat niet alle risico’s een financieel gevolg hoeven te hebben. Risico’s kunnen ook imagoschade en negatieve effecten hebben op het realiseren van (maatschappelijke) doelstellingen.

De financieel gecalculeerde risico’s hebben zich als volgt ontwikkeld:

Stand ultimo

2022

2023

2024

2025

2026

(bedragen x € 1.000)

Algemeen

3.711

3.583

4.158

6.006

6.044

Grondbedrijf

613

638

644

650

650

Totaal

4.324

4.221

4.802

6.656

6.694

We verwachten gedurende de gehele planperiode een stijging van de risico’s. Dit wordt veroorzaakt door de risico’s voor het sociaal domein, alsmede het inflatierisico.

Algemene dienst

Stand ultimo

2022

2023

2024

2025

2026

(bedragen x € 1.000)

Sociaal domein

2.931

2.961

3.030

3.096

3.163

Garanties

622

604

598

573

530

Verbonden partijen

544

544

544

544

544

Pensioen/arbeidsongeschiktheid bestuurders

530

530

530

530

530

Niet gecompenseerde prijsstijgingen/inflatie

1311

1341

1373

1406

1433

Ontwikkelingen Algemene Uitkering

pm

pm

pm

pm

pm

Diversen

259

259

259

259

259

Totaal algemene risico's

6.198

6.239

6.334

6.408

6.459

Correcties cf risicobeleid:

Risico's doen zich niet in 1 jaar voor

-1.549

-1.560

-1.584

-1.602

-1.615

Niet geïdentificeerde risico's

1.200

1.200

1.200

1.200

1.200

Opvangen risico's in exploitatie

-2.137

-2296

-1793

0

0

Totaal algemene risico's na correctie

3.711

3.583

4.158

6.006

6.044

Voor het sociaal domein krijgen we steeds beter inzicht en grip op de indicatiestellingen en dus het realiteitsgehalte van de budgetten. We zijn ook beter in staat om adequate maatregelen te treffen bij dreigende overschrijdingen. Daardoor blijven de risico’s beter beheersbaar.
Vanaf 2024 worden de risico’s minder opgevangen door exploitatie-overschotten omdat voor de periode 2023-2026 wordt uitgegaan van sluitende begrotingen. Hierdoor neemt het totaalbedrag van de risico’s vanaf 2024 relatief fors toe.

Grondbedrijf

Stand ultimo

2022

2023

2024

2025

2026

(bedragen x € 1.000)

Projectspecifieke risico's/ramingsonzekerheden

489

509

514

518

518

Marktrisico

124

129

130

132

132

Totaal risico's

613

638

644

650

650

Het risico voor het grondbedrijf bestaat uit een cumulatie van de risico's per project. In de  bovenstaande tabel is zichtbaar dat in de jaren 2022 t/m 2026 het risico minimaal (met € 57.000) stijgt.

Deze pagina is gebouwd op 11/04/2022 15:42:17 met de export van 11/04/2022 15:35:05